Latijns | Hemi=half, grammus=streep. Vernoemnd naar de ontdekker Heiko Bleher |
Vindplaats | Noord Brazilie en Colombia in zwartwater rivieren |
Temperatuur | 23-27 °C |
PH | 6,0-6,8 |
GH | 0-4 |
Karakter | Een zeer vredelievende echte scholenvis die graag en veel zwemt in middelste en onderste waterlagen. |
Geslachtsonderscheid | Moeilijk te zien. Mannetje is iets slanker |
Lengte | 4-5 cm |
Min. bak afmeting | 100 cm |
Min. aantal | 7-10 st. |
Voeding | Alleseter; droogvoer, watervlooien, muggenlarven, etc. |
Maar al te vaak worden er een stuk of zeven, of nog meer, vissen gekocht als scholenvis voor in de bak. Na enige tijd blijkt dat scholengedrag dan behoorlijk tegen te vallen, en zwemt het zogenaamde schooltje kris kras door de bak. Hier willen wij u eens een vis voorstellen die zich als een echte scholenvis gedraagt.
De vis waar we het hier over hebben is de Hemigrammus Bleheri, beter bekend als de roodkopzalm. Tenminste zo wordt hij vaak in de handel aangeboden want rondom die namen is nogal wat verwarring. Er zijn naast de bleheri namelijk nog twee soorten die er als twee druppels water op lijken! Dit zijn namelijk de Hemigrammus rhodostomus en de Petitella georgia. In de handel worden deze vissen echter zelden meer aangetroffen. De Hemigrammus bleheri is van de andere twee redelijk te onderscheiden omdat de rode kleuring van de kop bij de bleheri tot achter de kieuwen doorloopt. Bij de andere twee soorten is de kop rood gekleurd tot en met de kieuwen.
Oorsprong
De Hemigrammus bleheri dankt zijn naam aan de Duitser Heiko bleher die dit visje in 1964 ontdekte. De vindplaats van de bleheri is het Amazone stroomgebied van Noord-Brazilië en Colombia waar hij wordt gevonden in de zwartwaterrivieren. Dit geeft meteen al aan dat zeer zacht en zuur water op prijs wordt gesteld.
Deze ca. 5 cm grote visjes zullen in de bak van de handelaar nu niet direct opvallen door hun kleuren. Vaak zien ze er daar flets en vaalgrijs uit, van de mooie rode kop is daar ook weinig meer over, ze zijn dan duidelijk niet op hun gemak. Eenmaal thuis in de bak komen de kleuren na een paar dagen tot volle wasdom en kunnen we genieten van deze visjes met hun dieprode kop. Over het zijlichaam loopt als ze zich goed voelen ook nog een dunne fraai geelachtig iriserende streep.
Naast het uiterlijk, maar inderdaad er zijn fraaier gekleurde vissen, is het vooral het mooie schoolgedrag wat deze vissen zo interessant maakt. Een school van bijvoorbeeld neons zal vaak een los/vast schoolverband vertonen. Zo niet bij de roodkoppen. Als er één over de dam is dan volgt de rest. Dit spreekwoord is echt van toepassing op de roodkopzalm. Het is dan ook een mooi gezicht een groep dicht op elkaar in schoolverband te zien rondzwemmen. Wil men echt van zo’n schooltje kunnen genieten dan is een aantal van minimaal 10-12 stuks toch wel aan te raden. Ook een redelijk grote bak is dan noodzakelijk omdat anders de omvang van de school net zo groot is als het bakje zelf. Een baklengte vanaf zo’n 100 cm is dan een mooie maat. De diepte is niet zo van belang, bij mij houden ze zich toch vooral op aan de voorkant van de bak in het open zwemgedeelte. Want zwemmen doen ze graag en ze zijn dan ook continue in de weer om hun gemeenschappelijke baantjes door het water te trekken. Hierbij kiezen ze vooral de onderste en de middelste waterlagen.
Gevoelige vis
De bleheri staat bekend als een gevoelige vis. Waarschijnlijk doordat de meeste in de handel wildvang zijn en gewend zijn aan het zeer zachte en zure water uit hun vanggebied. In de handel kent deze vis dan ook tamelijk grote verliezen. Ik kocht twaalf van deze exemplaren en daarvan is er één dood gegaan vlak na het overzetten. De rest zwemt nog steeds vrolijk rond. Dit ondanks problemen met hard water. Na een eerste gewenningsperiode zijn dit dus toch wel behoorlijk sterke vissen zo is mijn ervaring.
Opvallend verder was wel de gedragsverandering die de komst van de school roodkoppen had op de Corydoras pygmaeus. Voordat de roodkoppen in de bak zaten zwommen de zestien kleine pygmaeussen bij mij in de bak vrolijk in kleine schooltjes van ongeveer 4-6 stuks in het rond. Na de introductie van de roodkoppen was het in één keer gedaan met deze schoolvorming en zwemmen ze slechts af en toe in kleine groepjes rond. Blijkbaar neemt de school roodkoppen de gevaarsignaleringsfunktie over en is er voor de pygmaeussen geen aanleiding meer ook een schooltje te vormen. Dit uit elkaar vallen van een school kan ook gebeuren bij de roodkoppen wanneer er andere schoolvissen in de bak aanwezig zijn. Zo las ik een verslag op het internet waarbij na het introduceren van een school keizertetra’s de schoolvorming van de roodkoppen en de tetra’s verdween.
Kweken
De kweek van deze vissen schijnt moeilijk te zijn en hierbij is dan ook zacht en zuur water weer een eerste vereiste. Het water bij mij heeft een KH van 3,0 en een pH van 6,8 maar van enige paringsneiging is nog geen enkel spoor te ontdekken. Het geslachtsverschil is moeilijk te zien maar het mannetje is over het algemeen wat slanker dan het vrouwtje. De vis zet het liefst, in het donker, af in fijn bladerige planten waar het de eitjes aan de plant ophangt. Op zich opvallend want veel andere zalmen laten de eitjes gewoon vallen. De eitjes komen dan na 18-36 uur uit (afhankelijk van de temperatuur) en zwemmen dan na vier dagen rond waarbij fijn stofvoer kan worden gegeven.
Kom ook eens over de dam, en probeert u het eens met deze interessante scholenvis, en u zult net als ik er zeker niet in teleurgesteld worden en geboeid (met een rood hoofd ?) van deze fraaie visjes kunnen genieten.